Hoe het begon?
In het uiterste Noorden van Ghana, dicht bij de grens met Burkina Fasso ligt het dorpje Yikpabongo. Hier is het werk van de Stichting begonnen. Het dorpje maakt deel uit van een groter gebied, Komaland, dat ook wel – veelzeggend – the forgotten area wordt genoemd. Het gebied is ongeveer zo groot als de Veluwe en is zo’n 75 kilometer verwijderd van wat in Ghana als de bewoonde wereld geldt.
Het gebied is bij toeval in 1984 ontdekt. De toenmalige initiatiefnemer was geraakt door de zeer primitieve leefomstandigheden. Het gebied was moeilijk toegankelijk. Er woonde een straatarme bevolking in lemen hutten die op zeer kleine schaal van veeteelt en landbouw leefde, maar dan zonder enige vorm van mechanisatie. Er was (en is nog steeds) geen stroom, geen radio/tv, en geen stromend water.
Er ontstonden toen al snel er plannen om de mensen daar te helpen met medische zorg en onderwijs. Er werden contacten gelegd met o.a. Lions Club De Bernisse en werden verder vrienden en familieleden ingeschakeld om de plannen financieel te ondersteunen.
Om alles in goede banen te leiden werd de Stichting Ghana Medical Support opgericht.
Een van de eerste acties was het bijeen brengen van geld voor de bouw van een hospitaaltje in Yikpabongo.
Lag het accent aanvankelijk op de medische zorg, door de jaren heen is de nadruk meer op onderwijs komen te liggen.
Behalve in Yikpabongo, is de stichting tegenwoordig ook actief in de dorpen Zugpeni, Tantale, Tuvuu en Izisi.
Mede dankzij de hulp van serviceclubs, kerken, scholen, familieleden, vrienden, relaties en vele donateurs zijn er in de loop van de jaren heel wat projecten uitgevoerd. Naast de bouw van het ziekenhuis en het zusterhuis (1994) zijn er inmiddels een school (1998), een toiletgroep (2002), onderwijzerswoningen, een verbindingsweg van zeven kilometer door een bijna onbegaanbaar gebied (2007) gerealiseerd.
In 2009 is een aantal gebouwen weer helemaal opgeknapt en van zonnecellen en LED verlichting voorzien.
Naast de materiele zaken, is er veel aandacht voor de opleiding van leraren en de vervolgopleiding van kinderen. Deze kinderen moeten daarvoor op scholen worden geplaatst die meer in de bewoonde wereld liggen. Dat kost geld, maar de ouders kunnen dit veelal niet zelf betalen en dus zet de Stichting zich daarvoor in. De afspraak is dat deze kinderen zich later inzetten voor hun eigen dorp(en).
Op dit moment zijn er 21 studenten die een opleiding volgen. De eerste vier studenten zullen binnenkort gediplomeerd aan de slag gaan: twee als onderwijzer en twee als verpleger.
Wij hopen met al deze zaken het leven voor de mensen in Komaland een beetje gemakkelijker te maken en vooral voor de kinderen betere kansen te creëren.
In de afgelopen jaren is er door de vele bezoeken en natuurlijk ook de projecten een uitstekende band ontstaan tussen de lokale bevolking en het bestuur van de Stichting. Iedereen kent “the Foundation”.